Brabantse boeren maken het meest gebruik van de landelijke subsidieregeling om hun bedrijf op te heffen. Van de 503 varkensboeren die zich hebben aangemeld voor de saneringsregeling, waarmee het kabinet de sector verkleint, komen er 305 uit Noord-Brabant, meldt de provincie. Dat is 60 procent van het totaal.
Vanuit Limburg kwamen 102 aanvragen binnen, uit Oost-Nederland 96.
Vooraf werd al verwacht dat Brabantse boeren de kroon zouden spannen. Maar alleen al uit de zuidelijke provincie hebben zich zoveel boeren gemeld als het totale aantal waarop het kabinet vooraf voor het hele land had gerekend. Voor de vrijwillige saneringsregeling is 180 miljoen euro uitgetrokken.
De regeling is bedoeld om geuroverlast tegen te gaan en de leefomgeving in gebieden met veel veehouderijen te verbeteren. Ook de uitstoot van schadelijke stoffen als ammoniak (een verbinding van stikstof en waterstof) daalt erdoor.
De Brabantse gedeputeerde Anne-Marie Spierings (Landbouw) hoopt dat het kabinet extra zal investeren. “Ik wil dat zo veel mogelijk varkenshouders die zich hebben aangemeld de gelegenheid krijgen om een nieuwe toekomst in te gaan”, zegt ze. Spierings noemt het voor boeren “een emotioneel besluit om hun bedrijf te stoppen”. Landbouwminister Carola Schouten liet eerder weten “het maximale” te willen doen om boeren te compenseren die vrijwillig hun bedrijf willen beëindigen.
Varkenshouders die zich hebben aangemeld krijgen binnen dertien weken uitsluitsel, zo is de planning. Boeren die aan de criteria voldoen, beginnen in het tweede kwartaal van dit jaar met de afbouw van hun veehouderij. Als er te weinig geld is voor iedere aanvraag, gaan varkenshouderijen die de grootste stankoverlast geven voor.